zaterdag 25 augustus 2012

Boermans' Midzomernachtsdroom geeft hoofdrol aan bijzaken en mist daardoor zeggingskracht

Midzomernachtsdroom van het Nationale Toneel is geen slecht toneelstuk. Laat dat allereerst gezegd zijn. Er is een goed decor met een indrukwekkend changement, we zien een topcast met veel plezier het stuk brengen. Er is hard gewerkt aan een degelijke toneelavond en het publiek verveelt zich dan ook geen moment. En toch lijkt er een gat te gapen in de voorstelling; de puzzel lijkt niet gelegd. Na lezing van deze recensie zal lijken alsof Theu Boermans de plank volledig heeft misgeslagen. Dat is niet zo. Hij heeft alleen de pech dat ik zijn Midzomernachtsdroom zal bespreken als voorbeeld van hoe het níet moet. 
 
Shakespeare's komedie uit het laatste decennium van de 16e eeuw kent drie in elkaar vervloeiende werelden: de werkelijke, de fictieve en de droomwereld. In de realiteit van het toneelstuk is het de vooravond van het verstandshuwelijk van Theseus en Hippolyta. De voorbereidingen daarvoor worden verstoord door de liefdesperikelen van vier jongelingen. Een aantal werklui bereidt de opvoering van een toneelstuk op het huwelijk voor; zij worstelen met het in het leven roepen van een fictieve wereld. In het bos buiten de stad, waar zij repeteren en waar de jongeren elkaar achterna zitten, komen ze allemaal terecht in een gedroomde wereld waarin een elfenkoning Oberon en zijn koningin Titania ruzie maken om een page. Zo heftig, dat de seizoenen ervan zijn stilgevallen. 
 
Gedurende het verloop van de handelingen vindt er een groot aantal metamorfosen plaats. Een van de werklui die proberen te transformeren in hun rol verandert in plaats daarvan in een ezel, de jongelingen trekken elkaars kleding aan en het elfenkoningspaar heeft verdacht veel weg van Theseus en Hippolyta. Ook Theseus' assistent Philostrates verandert in de droom in Puck, een elfenbediende van Oberon. Het is met deze twee voorname eigenschappen van het stuk; het uiteenvallen van de wereld in werkelijkheid, fictie en droom, en het voorkomen van veelvuldige metamorfosen dat het duidelijkst wordt dat Boermans' enscenering inhoudelijk tekortschiet. Er lijken in de voorbereidingen van de repetities geen vragen gesteld te zijn over mogelijke betekenissen of interpretaties van deze wezenskenmerken van het stuk. Het blijft onduidelijk wat de zeggingskracht is van de gelaagde wereld, en een statement over de metamorfosen, of een autonoom poëtische enscenering daarvan, ontbreekt al helemaal. 
 
Boermans is met zijn debuut bij het Nationale Toneel teveel uitgegaan van de vanzelfsprekende eeuwigheidswaarde van deze klassieker. Die is er natuurlijk, maar die garandeert nog geen geslaagde opvoering bij een ruim budget en getalenteerde cast en dito vormgevingsteam. Om telkens opnieuw theatrale relevantie te geven zal bij elke enscenering, ja haast bij elke opvoering opnieuw het wiel uitgevonden moeten worden, juist bij zoiets precairs als de dunne verhaallijn van een ruim vierhonderd jaar oude komedie. Het is tekenend dat wat er goed is aan deze voorstelling, dat eerder ondanks dan dankzij Shakespeare is. De visueel verbluffende storm, het grappige fysieke en gelaten spel van de werklui, Pierre Bokma met verve voorop. Het is pas in hun amateuristische poging tot het opvoeren van een liefdesstuk aan het einde van de voorstelling dat er personages van vlees en bloed te zien zijn. Dat zegt wat over de kansen die zijn laten liggen in de hoofdlijnen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten